De naam “Wesuwe”

Wesuwe, een plaatsje in het Emsland, ingebed tussen weiden en bossen van de Eemslaagvlakte, waarin landbouw en vakwerk een beeld van dorpelijke aanschouwelijkheid uitbeelden. Dit dorp heeft een groot en wisselend verleden, waarin nader nog verder op in gegaan wordt.
Wie de vreemde  naam “Wesuwe” uitspreekt, vraagt zich amper af, waar deze naam eigenlijk vandaan komt of wat hij betekent.
Er zijn vele beweringen, die van generatie op generatie werden overgedragen, die eigenlijk meer het karakter hebben van een sage. Aldus luidde een sage……. dat er besloten werd, onder Meppen een kerk te bouwen. Om de locatie te bepalen, liet men koeien langs de Ems stroomafwaarts grazen. Daar waar de koeien het eerste zouden gaan liggen, zou de kerk worden gebouwd. Na de eerste dag bereikten de koeien Versen. Omdat dit nog te dichtbij was, liet men de koeien nog een dag verder grazen, totdat zij op de tweede dag gingen liggen bij Wesuwe. Toen zeiden de mensen: “Hier willt sei wesen”. (Hier zal het wezen). Vandaar de naam.
In oude boeken en landkaarten vindt men de naam Wesuwe ook als volgt geschreven: – Wesuwensis – Weswe – Wesewe (Wespe). Als oorzaak kan enerzijds worden gegeven de niet altijd foutloze overdracht en vertaling. Anderzijds aan de nogal veranderende mondelinge uitdrukking en formulering. Het meest dichtbij ligt toch de verklaring van een bekende onderzoeker, die beweerde, dat men al voor ongeveer 1200 jaren “Wesuwe” zei, en dat in de tussenliggende tijd, de naam zich nooit heeft gewijzigd.
Daarnaast wordt gesteld dat de naam ontstaan zou zijn uit de Oudfriese-Hollandse taal, bestaande uit de woorden “wes” en “uwe”. Het woord “wes” betekent: “waterige of moerassige vlakte”, het woord “uwe” betekent: “weide, beemd”. Daarmee zou de naam Wesuwe betekenen: “moerassige weidevlakte”, hetgeen de eigenschappen van de oerboerderijen in Wesuwe het dichtste benaderd.
Heel zeker is deze verklaring van het woord Wesuwe helaas niet, maar voor zover er geen andere aanwijzingen in de vorm van oorkonden of geschriften worden gevanden, is dit de enige verklaring.

St. Willibrord

De eerste vermelding van Wesuwe in een oorkonde is helaas nog niet bekend. Het is echter niet uit te sluiten, dat deze aantekeningen over Wesuwe, zich bevinden in de Benedikterkapel van Echternacht in Luxemburg, omdat de St Willibrordus daar in het jaar 690 na Christus een missie ter bekering van de Friezen oprichtte. Vermeldingswaardig is dat, gezien dit verhaal, dat de katholieke kerk in het nabijgelegen Ter Apel in Holland, de naam van de St Willibrordus draagt.
Oorsprong en ouderdom
Wesuwe, een klein dorp aan de Ems, was vroeger een grote kerkgemeenschap. Hiertoe behoorden: Bersede, Geest, Brook, Wiereschen en de uitgebreidde nederzetingen zoals Abbemühlen, Versen en Neuversen, alsmede Langenberg, Pool, Segberg, Haar, Hebel, Hümmelsberg, Düne en Düneburg, alsmede Altharen en Dankern.
De grotere gemeenschappen werden in de loop der jaren steeds meer zelfstandiger. In de jaren van de oorsprong was onze kerkgemeenschap nog veel groter en bestond uit dorpen, die tegenwoordig al lang zelfstandig zijn. Wesuwe is dus een zeer oude gemeente, want des te groter de kerkgemeenschap, des te ouder was het ook.
De kerkpatroon van Wesuwe was al sinds jaar en dag de H. Clemens, Paus en martelaar, de derde opvolger van de H. Petrus.
Op welke wijze is nu onze gemeente aan de naam van deze Paus en martelaar Clemens gekomen ?
Bij het bestuderen van de geschiedenis, stootten wij op de H. Willibrordus. Deze Heilige komt oorspronkelijk uit Brittannië en kwam met 11 volgelingen ongeveer 690 n Chr. naar Friesland om onze heidense voorouders voor het geloof te winnen. In het jaar 695 maakte hij een pelgrimstocht naar Rome.
Hij wilde de Paus Sergius 1 (Syriër, gekozen 15.12.687, afgezet 08.09.701) bezoeken voor de zegen en om toestemming te krijgen zijn apostolisch werk in Friesland te beginnen.
De Heilige Vader, Sergius 1, wijdde hem tot Bisschop van Friesland en het aangrenzende gebied. Opnieuw gesterkt keerde Willibrordus terug en stichtte o.a. in Echternach (Luxemburg) een missiecentrale voor de bekering van de Friesen en Saksen. In Echternach vinden tegenwoordig nog de springprocessies plaats naar het graf van de H. Willibrordus. In 697 werd hij Bisschop van Utrecht (klooster ongev. 800).
In die tijd begon ook in Wesuwe het licht van dit geloof te schijnen. De H. Willibrordus kreeg in Rome in 695, van de Paus Sergius, een bijzondere missienaam en wel de naam, Clemens, Paus en martelaar. Nu wijdde hij met voorliefde de nieuw gestichte kerken met de naam “Clemens” in. Daarmee is het hoogst waarschijnlijk, dat Wesuwe hiermee de eerste en oudste kerkgemeente in het Emsland is.
Wesuwe in de 30 jarige oorlog (1618-1648)
30 Volle jaren oorlog in het Emsland !
Arm Emsland, hoe heeft men jou grond platgetrapt, je bossen gekapt, je bewoners gekweld, vermoord en geschonden. Toen werd je het stiefkind van het Duitse landschap en bent dat tot op de dag van vandaag gebleven.
Twee legerkampen stonden, compleet uitgerust, in Duitsland tegenover elkaar, de katholieken in de Liga en de protestanten in de Unie. Er was maar een klein vonkje nodig om de brand te stichten. In Praag, in het Böhmerwoud brak de oorlog in 1618 uit en in Münster en Osnabrück werd deze in 1648 beëindigd.
Ons Emsland werd in eerste instantie niet getroffen, maar in 1622 stegen ook hier de rookwolken ten hemel. Graaf van Mansfeld (zoon van een Spaanse stadhouder in Nederland), die niet in het bezit was van enig land, dus ook niets te verliezen had, maar alleen door oorlog te voeren dit kon winnen, was zelf katholiek, maar diende en vocht voor het protestantisme.
Deze Mansfeld trok met zijn bereden roofbende en 5000 man voetvolk op 8 november 1622 het Emsland binnen. In het schijnsel van het vuur van de in brand gestoken boerderijen, ging deze moordenaarsbende aan het werk. Alles wat gevonden werd, werd desnoods met geweld geroofd. Zelfs de kerken werden niet ontzien, kisten en kasten met kostbaarheden en heiligdommen werden geroofd. De arme Emslandbewoners berustten in deze wilde oorlog en bedelden tevergeefs om genade.
De Jesuïten en katholieke priesters werden verdreven om weer plaats te maken voor gereformeerde predikers. Met name in het middelste gedeelte van het Emsland huisde de verwilderde roversbende zonder genade. Speciaal in Wesuwe, toen gelegen aan de opmarsroute, werd gruwelijk bezocht door de op doortocht zijnde troepen. Alles wat los en vast zat, werd meegenomen

.
De kroniek van een onbekende vermeldt:
“Was moedwil van dit volk bij de verovering van dit Emsland gepleegd, aan de maagden in tegenwoordigheid van hun ouders, aan de vrouwen in tegenwoordigheid van hun mannen en afzonderlijk aan de kerkelijken, dit mag nooit worden gemeldt.”
Na vruchtbare bedreigingen werd van iedere boer, die in het bezit was van een ploeg, 4115 daalders verlangd en bovendien tot april, elke maand 1 daalder. Zo werd het Emsland systematisch leeggeroofd. De ene taxatie na de andere werd de inwoners opgelegd en met geweld ingevoerd.
Vanuit Meppen ondernamen de Mansfelder hun rooftochten, om de omliggende dorpen Wesuwe, Versen, Fullen, Hesepe e.a. te beroven.
In een bericht van einde december, dus 2 maanden na de bezetting, luidde het reeds:
” Ja gruwelijk wordt er in het Emsland door de Mansfeldern huisgehouden en geroofd. Veel gemeenten moeten tot april hoge, duizelingwekkende contributies voldoen. Daarom vluchten vele bewoners weg met achterlating van have en goed of plegen gewoon zelfmoord.”
Hoe gewetenloos deze huursoldaten met de hoogstnodige voedingsmiddelen, in hun vergrijpen, omgingen, beschrijft het bericht dat zij de akkers met onrijpe mais leeghaalden en aan hun paarden voerden, ofschoon hooi rijkelijk voorhanden was. Het was de reinste duivelse lust tot vernietiging. Op 13 augustus verliet Mansfeld het Emsland. Daarna kwamen de Hessen met ongeveer 7000 man naar Wesuwe en omgeving. Zij waren als rovers overal bekend, roofden en vernietigden alles en raasden met een dusdanige onmenselijkheid, dat zij noch een moeder, noch een zuigeling spaarden.
Vooral in Wesuwe raasden en moorden zij bijzonder wreed. Ook het kerkarchief van Wesuwe werd door de Hessen vernietigd, dan wel meegenomen. In de herfst van 1638 drong een troep Hessen, Zweden en Engelsen het Emsland binnen, roofden hoofdzakelijk in de dorpen aan de linkeroever van de Ems, maar ook in Wesuwe een aantal mensen en vee, en versleepten deze naar de vesting in Haselünne.
Eindelijk brak in 1648 de morgen van de langverwachte vrede aan, door het vredesbesluit van Münster en Osnabrück, nadat de oorlogsstorm 30 jaar had gewoed en een onuitsprekelijke ellende over Wesuwe en het gehele Emsland had gebracht.
De kroniek beschrijft:
“In de oorlog zijn alle paarden, koeien, varkens, schapen, kippen, gansen, zowel als huisraad en landbouwgereedschappen, inclusief de maïs op het veld, verloren gegaan. De huizen staan leeg, deels verbrand en vernietigd, deels afgebroken en versleept, zodat hiervan geen spoor meer zichtbaar is. De totale plundering van de gemeente Meppen geschiedde in 1647, waarbij niemand werd gespaard. De vrouwen en kinderen van verschillende boerderijen gaan in naburige provincies bedelen, de mannen werken daar al, de huizen staan eenzaam en verlaten en worden niet opgeknapt, zodat wegens een gebrek aan bouwhout in deze omgeving niets als woestenij zal overblijven”.
Het kerkarchief van Wesuwe telt na deze niets ontziende oorlog in het jaar 1648 nog maar 24 bewoonde huishoudens in heel Wesuwe. Vooral de kleinere grondbezitters hadden zwaar geleden. Zij waren of weggetrokken of gestorven.

naar boven